




De Citadel van Lille, gebouwd in opdracht van Lodewijk XIV na zijn verovering van de stad, was het werk van Sébastien Leprestre, markies van Vauban. De bouw duurde drie jaar, van 1667 tot 1670.
Oorspronkelijk was het een kleine stad omringd door vijf bastions die een ster vormden (een omtrek van 2.200 meter lang), waarvoor zestig miljoen bakstenen moesten worden gebakken en drie miljoen blokken steen en zeventigduizend voet zandsteen uit de groeven moesten worden gehaald. Gevestigd op de grens met Vlaanderen, maakte het deel uit van een dubbele linie van bolwerken tussen Gravelines, Duinkerken en Maubeuge. Dit was de beroemde "Pré Carré", ontworpen door Vauban en bestaande uit 28 versterkte steden, waarvan de reliëfplannen te zien zijn in het Paleis voor Schone Kunsten.
De koninklijke poort aan de ingang draagt een Latijnse inscriptie die de glorie van de Zonnekoning prijst.
Omdat het terrein onder militaire controle staat, is een bezoek aan het hart van de Citadel alleen mogelijk op afspraak met het VVV-kantoor van Lille.
Oorspronkelijk was het een kleine stad omringd door vijf bastions die een ster vormden (een omtrek van 2.200 meter lang), waarvoor zestig miljoen bakstenen moesten worden gebakken en drie miljoen blokken steen en zeventigduizend voet zandsteen uit de groeven moesten worden gehaald. Gevestigd op de grens met Vlaanderen, maakte het deel uit van een dubbele linie van bolwerken tussen Gravelines, Duinkerken en Maubeuge. Dit was de beroemde "Pré Carré", ontworpen door Vauban en bestaande uit 28 versterkte steden, waarvan de reliëfplannen te zien zijn in het Paleis voor Schone Kunsten.
De koninklijke poort aan de ingang draagt een Latijnse inscriptie die de glorie van de Zonnekoning prijst.
Omdat het terrein onder militaire controle staat, is een bezoek aan het hart van de Citadel alleen mogelijk op afspraak met het VVV-kantoor van Lille.