• histoire-lille-505
De geschiedenis van Lille

De geschiedenis van Lille

lyderic et phinaert

Lydéric en Phinaert


In het jaar 620 vlucht Salvaert, Prins van Bourgondïe, samen met zijn echtgenote Ermengaert en een groep vertrouwelingen naar Engeland om aan een militaire opstand te ontkomen. Als ze door het sinistere Bois-sans-Mercy (“woud zonder mededogen”) reizen, lopen ze in een hinderlaag die is gelegd door Phinaert, leider der struikrovers. Hun schuilhol, kasteel le Buc, kijkt uit over de oevers van de rivier de Deûle. Ermengaert ontsnapt aan de rovers en verschuilt zich in het woud. Ze valt in slaap onder een wilg nabij een bron, waar de Heilige Maagd Maria aan haar verschijnt. Maria voorspelt haar de geboorte van een zoon, die zijn vader zal wreken. Ermengaert krijgt inderdaad een zoon, Lyderic, maar Phinaert neemt haar gevangen. Het kind wordt door een kluizenaar gevonden, die de jongen zijn eigen naam geeft: Lyderic. Het kind wordt gevoed met hertenmelk. Twintig jaar later daagt Lyderic Phinaert uit tot een duel, dat plaatsvindt in Pont-de-Fins, in aanwezigheid van de koning van Frankrijk. Phinaert wordt overwonnen en de koning schenkt Lyderic het kasteel le Buc, de wieg van de stad Lille. Hij benoemt hem tot eerste Prins van Vlaanderen, en Ermengaert wordt verlost.
 
plan-1066

Tien eeuwen geleden

Lille, de hoofdstad van Vlaanderen, wordt voor het eerst in de annalen vermeld in 1066. In dat jaar doet Boudewijn V, Graaf van Vlaanderen, een schenking aan de Sint Pieterscollegiale. De naam van de stad is een afgeleide naam van het oorspronkelijke insula en later isla (beide woorden betekenen “eiland”).
Lille was oorspronkelijk een overslagpunt op de rivier de Deule. Hier moesten schepen worden ontladen omdat de rivier niet diep genoeg was. Stroomafwaarts werden de schepen vervolgens weer geladen.
 
chateau-des-comtes-de-flandres

De graven van Vlaanderen

Lille ontwikkelt zich gestaag: In de 12e en 13e eeuw worden twee nieuwe parochies (St Maurice en St Sauveur) gevormd, gevolgd door Sainte Catherine en in de 15e eeuw het eilandje van het Palais Rihour.
In deze tijd kijken zowel de Graven van Vlaanderen als de koningen van Frankrijk met een begerig oog naar Lille en Vlaanderen. Nadat het Karolingische rijk in de 9e eeuw is opgedeeld, zijn de Graven van Vlaanderen ondanks hun banden met het Franse koningshuis vrijwel geheel onafhankelijk. Natuurlijk onderhouden ze door de handelsactiviteiten van het gebied ook contacten met Engeland en het noorden van Europa. 1214 is het jaar van de Slag van Bouvines, een stadje op enkele kilometers van Lille.
Koning Philips II August vecht hier tegen Otto IV (keizer van het Heilige Romaanse Keizerrijk), koning John van Engeland en Ferrand van Portugal (Graaf van Vlaanderen). Deze laatste moet zich overgeven en wordt gevangen genomen. Zijn echtgenote, Johanna van Vlaanderen, regeert daarna alleen. De “goede Johanna” sticht in deze periode talloze liefdadigheidsinstellingen in de hele regio. In 1237 wordt een ziekenhuis in Lille gesticht, dat nog steeds de naam Hospice Comtesse (het ziekenhuis van de gravin) draagt. Tegenwoordig is het een museum voor de Vlaamse kunsten.
 
palais-rihour

Lille onder de graven van Bourgondië

Het huwelijk van Margaretha van Vlaanderen en Filips de Stoute (tweede zoon van koning Jan de Goede) luidt een nieuwe fase in de geschiedenis van Lille in. Vlaanderen blijft tot het einde van de 15e eeuw in het bezit van Bourgondië. Samen met Brussel en Dijon groeit Lille uit tot één van de belangrijkste steden in de Bourgondische staat. Later laat Filips de Goede (kleinzoon van Filips de Stoute), de “Groothertog van het Westen”, het Palais Rihour bouwen. In de collegiale kerk van Saint Pierre wordt in 1431 het eerste kapittel van de orde van het Gulden Vlies bijeengeroepen (geschilderd door Jan van Eyck). In 1454 vindt in Lille er het beroemde “Banket van de Fazant” plaats.
 
vieille-bourse

De gouden eeuw van Lille

Van 1433 tot 1477 regeert Karel de Stoute over Bourgondië en Vlaanderen. Na zijn dood is zijn dochter Maria van Bourgondië de enige erfgename. In 1477 treedt zij in het huwelijk met Maximiliaan van Oostenrijk (zoon van Keizer Frederik III van Habsburg) en er breekt een nieuwe periode aan voor Lille. Van Keizer Karel tot Philips IV van Spanje (van 1500 tot 1667) maakt Lille deel uit van de Spaanse Nederlanden.
De koning van Spanje benoemt zijn dochter Isabelle tot gouverneur van Vlaanderen. Nu begint voor Lille een periode die de “Gouden Eeuw” wordt genoemd. Er worden talloze kloosters gesticht en de stad wordt tweemaal fors uitgebreid: van 1605 tot 1606 en van 1618 tot 1621. In 1652 ontwerpt Julien Destrée, stedelijk bouwmeester, de Beurs in een stijl die tegenwoordig bekend staat als de Vlaamse Renaissance.
 
citadelle-vueaerienne

Lille wordt Frans

In 1667, tijdens de Devolutieoorlog, neemt Lodewijk XIV de stad in na een beleg van enkele dagen. De tweede fase in de geschiedenis van Lille begint. De gebouwen uit deze Franse periode worden gekenmerkt door hun klassieke stijl. Lille wordt van 1667 tot 1670 opnieuw uitgebreid met het “Quartier Royal”.
Langs de hoofdwegen in deze wijk staan talloze herenhuizen in Franse stijl. In deze periode bouwt Vauban, ingenieur van de koning, de “Koningin der Citadellen”. Tussen de typisch Franse herenhuizen zien we huizenrijen die zijn opgetrokken in een mix van de traditionele stijl van Lille en de Franse stijl uit die tijd; de gebouwen van Beauregard (1687) vormen hiervan één van de meest opvallende voorbeelden.
Tijdens de Spaanse successieoorlog wordt Lille ingenomen door de Hollanders. In 1713 wijst het Verdrag van Utrecht de stad definitief aan Frankrijk toe. Lille ontsnapt niet aan de problemen tijdens de Revolutie. Veel gebouwen worden vernield, waaronder de collegiale kerk van St Pierre. De stad wordt in 1792 tijdens de revolutieoorlogen belegerd door de Oostenrijkers. Ondanks intensieve bombardementen (er zitten nog kanonskogels in de gebouwen van Beauregard) weerstaat de stad het beleg, dankzij de heldenmoed van haar burgers. Het beeld van de Godin, dat in 1845 werd onthuld, herdenkt deze glorieuze periode in de geschiedenis van Lille.
 
Palais des Beaux-Arts de Lille

Lille in de 19e eeuw

De groei van Lille in 1858 valt samen met de industriële ontwikkeling van het Second Empire. De stad annexeert in deze periode Wazemmes, Esquermes, Moulins en tenslotte Fives. Er worden 22 pleinen en veertig kilometer wegen aangelegd, terwijl de bevolking meer dan verdubbelt.
Er worden talloze gebouwen opgetrokken, waaronder de prefectuur, het Palais des Beaux-Arts, en de katholieke en openbare faculteiten. Het is ook een periode van sterke industrialisatie, hetgeen in sommige wijken van Lille een sterke invloed heeft op de stadsinrichting.
 
euralille

Lille: vandaag en morgen

Met bijna 220.000 inwoners, dankzij de recente fusie met de gemeente Lomme, eist Rijsel haar plaats op als tiende stad van Frankrijk en vierde agglomeratie van het land (1,9 miljoen inwoners waarvan 700.000 aan Belgische zijde). 36% van de bevolking is jonger dan 25 jaar: Rijsel is een levende, jonge en dynamische stad.
In 2004 was Lille Europese Culturele Hoofdstad en verkreeg ze het label “Stad van Kunst en Geschiedenis”. Zij bevestigt hiermee een toeristische en culturele bestemming van de bovenste plank te zijn.
Dat de agglomeratie Lille een belangrijke Europese bestemming voor toerisme en congressen is, wordt onderstreept door de recente zakenwijk Euralille, die beschikt over een HST/TGV-station, een Congresgebouw (Lille Grand Palais), kantoren, hotels en een casino.
 
Boeken online
ONZE CENTRALE RESERVERING
> Beschikbaarheid in real-time
> Veilig betalen
> Geen extra kosten
> Persoonlijk advies

Tel. +33 (0)359 579 400
Van maandag tot zaterdag: 9u30-12u30 en 13u30-17u30